Deze studierichting biedt een omvangrijke vorming waarbij je zowel diepgaande wetenschappelijke kennis als een grondige kennis van taal en cultuur opbouwt.
De component Wetenschappen omvat vakken als biologie, chemie, fysica en aardrijkskunde. Hier wordt tijd en aandacht besteed aan het verzamelen van empirisch feitenmateriaal en aan de inzichtelijke verwerking ervan.
Ook in deze richting neemt de studie van de moderne talen een belangrijke plaats in.
De aandacht gaat naar het ontwikkelen van communicatieve vaardigheden (luisteren, lezen, spreken en schrijven), de reflectie op taal en de kennismaking met anderstalige literatuur.
Naast taal en communicatie spelen ook interculturele competenties een rol: literair, filosofisch en historisch bestuderen van culturele achtergronden, culturele diversiteit onderkennen en respecteren.
Deze studierichting bestaat uit twee gebonden componenten: Moderne talen en Wetenschappen. De verdere uitwegen in het hoger onderwijs na deze studierichting zijn dan ook zeer ruim.